Decentrale ventilatie voor niet-residentiële gebouwen
Om aan de EPB-eisen te voldoen is het verplicht om te ventileren bij nieuwbouw of ingrijpende verbouwingswerken. In de praktijk zal meestal voor een ventilatiesysteem C of D gekozen worden. Maar in bij verbouwingen is het soms niet eenvoudig om de leidingen van het ventilatiesysteem weg te werken. Daarom kan je ook kiezen voor decentrale ventilatie.
Decentrale ventilatiesystemen zijn aparte systemen waarmee je in elk lokaal apart kan ventileren. De geruisloze luchttoevoerunits zijn dus ideaal voor renovatieprojecten. Je hoeft immers geen ventilatiekanalen te plaatsen. Ook in nieuwbouw biedt dit een aantal voordelen. Je hebt immers minder opbouwhoogte nodig, waardoor je bespaart op de bouwkosten.
Er bestaan verschillende decentrale ventilatiesystemen: van eenvoudige mechanische aanvoer en natuurlijke afvoer (wat eigenlijk overeenkomt met een ventilatiesysteem B) tot en met systemen met warmterecuperatie.
De decentrale ventilatiesystemen kunnen overal geplaatst worden waar verse lucht nodig is en uiteraard daar waar de EPB-eisen dit voorschrijven bij nieuwbouw. De slaapkamers krijgen echter de hoogste prioriteit. We slapen gemiddeld acht uur, terwijl het CO2-gehalte zonder ventilatie al na één à twee uur boven het tolereerbare niveau zit. Dat probleem stelt zich minder in andere ruimtes met meer natuurlijke luchtcirculatie.
Voor residentiële toepassingen geven we de voorkeur aan een volwaardig ventilatiesysteem D met warmterecuperatie. Maar in bepaalde gevallen is decentrale ventilatie zeker een alternatieve oplossing, zowel bij nieuwbouw als bij renovatiewerken.